Chinese consument houdt vinger op de knip

Frank Maet
Senior Macro Economist @Belfius


Véronique Goossens
Chief Economist @Belfius

Deel deze pagina:  

  • Er zijn tekenen van een industrieel herstel na Covid-19, maar de consument vindt de weg naar de winkel nog niet terug.
  • Covid-19 doet de handelsrelatie met de V.S. opnieuw verzuren, wat een duurzaam herstel in de weg kan staan.

China was het eerste land waar Covid-19 overheen rolde en ging ook het eerst op slot met strenge lockdowns. Analisten wereldwijd kijken met argusogen naar het herstel in de tweede grootste economie ter wereld om inschattingen te maken over hoe lang het duurt vooraleer een economie weer echt uit de startblokken schiet na zulke ingrijpende maatregelen. En dat blijkt langzamer te gaan dan een tijd geleden werd verwacht.

Ondanks signalen dat de groei in de industriële sector verder oppikt in mei, blijft de Chinese consument zeer voorzichtig om opnieuw geld uit te geven.

De industriële productie groeit in mei met 4,4 procent tegenover dezelfde periode vorig jaar. Ook in april was er een stijging, na de enorme daling van de output in maart door Covid-19. Voor mei werd een beter cijfer verwacht, maar het is duidelijk dat de export last blijft ondervinden van de zwakke wereldwijde vraag naar Chinese goederen. De fabrieken in China kunnen tegelijk nog niet rekenen op een heropleving van de binnenlandse consumptie. De kleinhandelsverkopen daalden in mei (-2,8% yoy) voor de vierde maand op een rij omdat vele Chinezen hun job verloren en consumenten angstig zijn voor een tweede virusuitbraak. De voorbije dagen testten in Beijing opnieuw mensen positief voor Covid-19 na bijna twee maanden zonder nieuwe besmettingen.

Voor het eerst sinds 1990 kwam de Chinese regering dit jaar niet met een voorspelling van de economische groei omdat Covid-19 alles op losse schroeven zet. In contrast met het verleden toen sterk werd ingezet op de Chinese export en bedrijfsinvesteringen, ligt de klemtoon op de tewerkstelling en het terugdringen van het armoederisico.

Maar tot nu toe zijn de Chinese economische reddingsplannen niet echt overtuigend. Het was wachten tot het Volkscongres van eind mei vooraleer de regering op de proppen kwam met een plan om de groei weer aan de praat te krijgen. Er wordt 6 triljoen yuan, of ongeveer 6% van het jaarlijkse BBP, uitgetrokken om de Chinese bedrijven en consumenten te ondersteunen. Vergeleken met de reddingsplannen in de V.S. en Duitsland is dat veel minder indrukwekkend.

De huidige gezondheidscrisis heeft al flink wat schade toegebracht aan de Chinese economie en daar zou nog een pak kunnen bij komen. Sinds de uitbraak van het virus in de provincie Wuhan zijn de spanningen tussen de V.S. en China opnieuw aan het oplopen. Hierdoor dreigt de vooruitgang die de V.S. en China vorig jaar boekten op het vlak van de handelsrelaties, in snel tempo weg te smelten. Een overtuigend en duurzaam herstel van de Chinese economie lijkt er dus voorlopig niet in te zitten.


Ons dossier over het coronavirus

Deel deze pagina:  

Deze informatie (en de eventuele bijgaande documenten) is louter bedoeld ter algemene informatie en vormt in geen geval een aanbod betreffende financiële, bank-, verzekerings- of andere producten en diensten, noch een beleggingsadvies.