Zeg niet meer ‘faillissementsverzekering’, maar ‘overbruggingsrecht’

Begin 2016 werd de faillissementsverzekering voor zelfstandigen uitgebreid met stopzettingen om economische redenen. Sindsdien spreekt men van ‘overbruggingsrecht ten gunste van zelfstandigen’. Welke wijzigingen houdt dit in, vandaag en voor de toekomst?

Sociale bescherming van zelfstandigen

Sinds 1 juli 1997 omvat het sociaal statuut van de zelfstandigen naast de pensioenen, kinderbijslagen en de ziekte- en invaliditeitsverzekering, ook het stelsel van de faillissementsverzekering. Dat stelsel biedt gefailleerde zelfstandigen of zaakvoerders, bestuurders en werkende vennoten van een failliet verklaarde handelsvennootschap onder bepaalde voorwaarden een bescherming in de sectoren van de sociale zekerheid.

De faillissementsverzekering werd al herhaaldelijk aangepast. Bij de laatste wijziging werd ze uitgebreid met de stopzettingen om economische redenen. De verzekering is nu dus ook van toepassing op zelfstandigen die hun activiteit stopzetten wegens economische moeilijkheden: het "overbruggingsrecht ten gunste van zelfstandigen".

Nieuw: stopzetting om economische redenen

Het doel van het overbruggingsrecht blijft onveranderd: zelfstandigen in moeilijkheden helpen via een financiële vergoeding en een beperkte sociale dekking. Het recht bestaat uit 3 takken:

  • faillissement en collectieve schuldenregeling (onmogelijkheid om opeisbare of nog te vervallen schulden te voldoen)
  • gedwongen stopzetting van de zelfstandige activiteit (bv. brand, natuurramp)
  • stopzetting om economische redenen/wegens economische moeilijkheden (werd toegevoegd)
De concrete invulling van dit nieuwe recht en de voorwaarden op grond waarvan zelfstandigen er aanspraak op kunnen maken, moeten nog worden vastgelegd bij koninklijk besluit. Daardoor kan voorlopig niemand dit nieuwe recht nu al uitoefenen.

Komende wijzigingen

Veel zal afhangen van de budgettaire impact van de maatregel. Naar alle verwachting moet men bij de uitwerking ervan rekening houden met de volgende punten:

  • de economische moeilijkheden moeten een absoluut extern karakter hebben en objectiveerbaar zijn
  • de zelfstandigen moeten in orde zijn met de betaling van hun bijdragen
  • de reikwijdte van het recht zal variëren volgens het aantal effectief gewerkte kwartalen (bv. 2 maanden tegemoetkoming per 2 gewerkte jaren, met een minimum van 2 gewerkte jaren)
De essentie van de verzekering verandert niet: ze behoudt haar aanvullend karakter. De zelfstandige mag geen inkomen of vervangingsinkomen hebben. Een vervangingsinkomen uit de sociale zekerheid blijft immers voorrang hebben op het overbruggingsrecht.

Voor wie? Van 3 naar 4 categorieën!

Voortaan is het overbruggingsrecht van toepassing op:

  • gefailleerde zelfstandigen, zaakvoerders, bestuurders en werkende vennoten van een failliet verklaarde handelsvennootschap; ook niet-handelaren die hun schulden niet kunnen betalen (zoals landbouwers, beoefenaars van een vrij beroep)
  • zelfstandigen die hun opeisbare of nog te vervallen schulden niet kunnen aflossen wegens kennelijk onvermogen, en zij die in een collectieve schuldenregeling zitten
  • zelfstandigen die, door omstandigheden buiten hun wil om, gedwongen worden om hun zelfstandige activiteit stop te zetten en geen beroeps- of vervangingsinkomen hebben
  • zelfstandigen die hun zelfstandige activiteit moeten stopzetten wegens economische moeilijkheden (nieuw)

Wie strafrechtelijk werd veroordeeld in het kader van een faillissement of zelf zijn onvermogen heeft georganiseerd, komt niet in aanmerking voor het overbruggingsrecht.

Sociale inhoud

Het overbruggingsrecht voor zelfstandigen bestaat uit een uitkering gedurende maximaal 12 maanden (4 kwartalen) en het behoud van een beperkt sociaal statuut (kinderbijslag en geneeskundige verzorging gedurende maximaal 12 maanden).

U kunt meermaals een overbruggingsrecht aanvragen, voor zover u de totale duur van 12 maanden over de volledige beroepsloopbaan niet hebt overschreden. U kunt uw aanvraag indienen bij het sociale verzekeringsfonds.

De uitkering in het kader van het overbruggingsrecht is afgestemd op het minimumpensioen voor zelfstandigen. Het bedrag varieert naargelang de begunstigde al dan niet een gezin ten laste heeft.



Bron: Wolters Kluwer

Lees ook