Moet u een sociale balans opstellen? Dan gaat ze in principe samen met uw jaarrekening. In die sociale balans komt onder meer informatie over uw personeelsbestand, personeelsverloop, opleidingen...

Wie heeft een sociale balans in te dienen?


Elke Belgische vennootschap met werknemers moet een sociale balans opmaken, net als Belgische verenigingen en stichtingen met minstens 20 personeelsleden (voltijdse equivalenten). Als ze geen gebruik zouden maken van het gestandaardiseerde model van de jaarrekening en hun schema geen sociale balans voorziet, moeten ze zelf een sociale balans toevoegen.

Als deel van de jaarrekening is de sociale balans openbaar. Via de Balanscentrale van de Nationale Bank van België (NBB) wordt ze ter beschikking gesteld aan het publiek. De verwerkte gegevens van deze balansen zijn een bron van heel wat interessante statistieken.

Sommige vennootschappen, verenigingen en stichtingen die hun jaarrekening niet openbaar hoeven te maken via de Nationale Bank, moeten toch een sociale balans opmaken en ze binnen 7 maanden na afsluiting van hun boekjaar aan de NBB bezorgen. Het gaat om bepaalde ziekenhuizen en bepaalde privaatrechtelijke rechtspersonen met minstens 20 personeelsleden. De individuele gegevens van deze instellingen worden niet gepubliceerd. Daarom is het neerleggen van de sociale balans in deze gevallen gratis.

Natuurlijke personen hoeven geen sociale balans in te dienen.


Wat geeft u zoal door in uw sociale balans?


Gegevens over de tewerkstelling in uw onderneming: het aantal voltijdse en deeltijdse medewerkers, de gepresteerde uren, de personeelskosten, de sociale voordelen... Daar hoort ook een tabel over het personeelsverloop bij. Uw sociaal secretariaat bezorgt u hiervoor de nodige gegevens.

Met ‘tewerkgestelde personen’ bedoelt men niet alleen werknemers ingeschreven in uw personeelsregister maar ook bijvoorbeeld uitzendkrachten. Bestuurders, zaakvoerders en werkende vennoten worden slechts vermeld als zij met uw onderneming een arbeidsovereenkomst hebben gesloten en om die reden in het personeelsregister zijn ingeschreven.

Het personeelsverloop omvat zowel de indiensttredingen van nieuwe werknemers als de uitdiensttredingen tijdens het boekjaar. U moet daarbij ook de reden van het vertrek opgeven.

In uw sociale balans vermeldt u ook welke maatregelen u eventueel toepast ter bevordering van de werkgelegenheid. Zo kunnen de overheid en de sociale partners de effecten meten van hun stimuleringsmaatregelen voor werkgelegenheid. Ook voor uw onderneming kan het interessant zijn om dat op te volgen.

Belangrijk: uw opleidingsinspanningen

Sinds 2017 moet u ook info geven over de opleidingen die u op uw kosten aanbiedt aan uw personeel:

  • voortgezette beroepsopleidingen: geplande opleidingen die de kennis van uw werknemers vergroten of hun vaardigheden verbeteren. Dat mag u ruim opvatten en invullen met zowel formele als informele en interne als externe opleidingen.
  • initiële beroepsopleidingen: opleidingen aan personen die in uw onderneming werken in het kader van alternerend leren en werken, om zo een officieel erkend diploma of certificaat te behalen.

Het correct en volledig registreren van de opleidingen is belangrijk. De overheid evalueert immers uw opleidingsinspanningen en toetst ze af aan de interprofessionele akkoorden. Die vereisen namelijk dat er gemiddeld 1,9% van de loonkosten aan opleiding wordt besteed.

 
 

Meer info?


Uw sociaal secretariaat maakt u graag wegwijs. Via de site van de Nationale Bank kan u overigens de modellen downloaden.