Deze maand moeten, net als in maart, veel ondernemers hun zaak sluiten om de verspreiding van Covid-19 te helpen voorkomen. Zowel de federale als de regionale overheden hebben daarom steunmaatregelen voorzien. Maar dit soort overheidssteun is ook een ‘inkomen’ en daarom in principe onderworpen aan belastingen. Wat zijn de steunmaatregelen en hoeveel belasting betaalt u erop?
Het overbruggingsrecht
Het overbruggingsrecht is een maandelijkse uitkering voor zelfstandigen en vrije beroepers die hun activiteiten moeten stopzetten of tijdelijk onderbreken. Bijvoorbeeld door een faillissement of door een brand. De uitkering bedraagt 1.291,69 euro per maand als u geen gezinslast hebt en 1.614,10 euro als u gezinslast hebt. Zelfstandigen krijgen deze uitkering tot ze hun activiteiten kunnen hervatten, met een standaard maximum van 12 maanden.
Net als in maart versoepelt de overheid nu tijdelijk de voorwaarden voor deze uitkering. Zo kunnen bedrijfsleiders er nu ook aanspraak op maken en kan u ze eenvoudiger aanvragen.
Moet u als zelfstandige ondernemer, vrije beroeper of bedrijfsleider van de overheid uw zaak sluiten, dan kan u deze premie eenvoudig aanvragen via uw sociaal secretariaat. U kan deze steun bovendien niet alleen genieten als u rechtstreeks getroffen wordt door de lockdown-maatregelen (u moet bijvoorbeeld uw kledingzaak sluiten) maar ook als u onrechtstreeks getroffen wordt (bijvoorbeeld als u kleding van groothandels uitsluitend aan detailhandel levert: u mag dan werken maar uw klanten zijn gesloten).
De uitkering is ook verdubbeld tegenover maart als de lockdown een directe impact op u heeft, en dit voor oktober en november. U hebt er dus recht op als u bijvoorbeeld uw kledingzaak moet sluiten, maar niet als u geen werk hebt omdat u uitsluitend aan kledingzaken verkoopt.
Het overbruggingsrecht heropstart
Het overbruggingsrecht heropstart is een uitkering voor zelfstandigen die hun werk kunnen en mogen herstarten, nadat ze door de overheidsmaatregelen geheel of deels moesten sluiten.
U kan het aanvragen tot en met 31 december 2020 als u kan aantonen dat u minstens 10% minder omzet hebt vergeleken met hetzelfde kwartaal in 2019 én als u minstens een maand moest sluiten.
Het bedrag van de uitkering is hetzelfde als voor het gewone overbruggingsrecht: 1.291,69 euro als u geen gezinslast hebt en 1.614,10 als u gezinslast hebt.