Het uur van de waarheid is bijna aangebroken voor de brexit. Britse en EU-onderhandelaars doen een laatste poging om een handelsakkoord te sluiten, dat ingaat wanneer het Verenigd Koninkrijk (VK) de Europese Unie (EU) verlaat. Is er geen deal op 31 december, dan moeten de EU en het VK met elkaar handeldrijven volgens de spelregels van de Wereldhandelsorganisatie (WTO), wat gepaard gaat met invoertarieven en quota’s aan beide kanten. Gemiddeld bedragen de WTO-tarieven 3 tot 4%, maar voor sommige sectoren (auto, voeding, textiel) liggen ze een stuk hoger. De kans is groot dat de bedrijven de hoge invoertarieven zullen doorrekenen aan de consument, wat zal wegen op de wederzijdse handel.

Grootste economische impact voor het VK zelf


De afgelopen jaren verschenen heel wat studies die de economische impact van de brexit becijferen. De Nationale Bank van België publiceerde een overzicht (*) van de voornaamste impact, gebaseerd op studies van instellingen zoals de London School of Economics, het Internationaal Monetair Fonds en de KU Leuven. De economische schade zal het grootst zijn voor de Britten zelf. Als we enkel kijken naar de impact op de invoer- en uitvoerstromen, bedraagt de kost voor het VK op langere termijn 1,7% van het bruto binnenlands product (bbp).

Anderzijds voorspellen studies die ook rekening houden met het effect op de productiviteit en de global value chains, een nog grotere impact. Het ‘just-in-time’ karakter van de huidige maakindustrie betekent dat onderdelen en componenten vaak op het laatste moment voor assemblage worden aangevoerd. Als dat systeem door grenscontroles en vertragingen in de war loopt, heeft dat ernstige en vaak kostbare gevolgen voor de fabrieken. De analyse door de KU Leuven (**) houdt ook rekening met de verstoring van die toeleveringsketens. Zonder handelsdeal krijgen we een harde brexit, die tot 4,5% van het bbp en meer dan een half miljoen jobs zou kunnen kosten in het Verenigd Koninkrijk.

Bovendien komt deze schade bovenop de schade door Covid-19. Het VK is op economisch vlak heel zwaar getroffen door de pandemie en de bijbehorende krimp is vele malen groter dan het brexit-verlies, zo voeren de ‘hardliners’ in het Britse parlement aan. Toch gaat die vergelijking niet op, want de verloren groei door Covid-19 kan de volgende jaren worden gerecupereerd, terwijl de brexit-schade veel langer kan aanslepen. De EU is veruit de belangrijkste handelspartner van het VK, dat dus intens zal moeten inzetten op meer handel met de rest van de wereld om het verlies goed te maken.

Kwetsbare Belgische economie


Voor de EU komt het verlies uit op 1,5% van het bbp, maar met grote verschillen tussen de lidstaten. België zit in de top 3 van de kwetsbare landen bij een harde brexit. Het zou onze economie op lange termijn 2,4% aan bbp-groei en meer dan 40.000 jobs kosten. Vooral bedrijven in de voedings- en de textielindustrie zullen het voelen, net als de ondersteunende diensten, zoals advocatenkantoren. In deze sectoren staat 1 op de 7 banen op het spel. Ook de indirecte schade zit hierin berekend. Zo maakt België bijvoorbeeld onderdelen van producten die eerst richting Duitsland gaan en vervolgens naar het VK worden geëxporteerd.

De nieuwe Europese begroting voorziet wel in een fonds om de brexit gedeeltelijk op te vangen, maar het zou voor beide partijen veel beter zijn als de kosten en de chaos van de Britse uitstap op 1 januari beperkt kunnen worden door op de valreep tot een akkoord te komen.

(*) P. Bisciari (NBB, 2019). A survey of the long-term impact of Brexit on the UK and the EU27 economies
(**): H. Vandenbussche (KUL, 2019). Sector-Level Analysis of the Impact of Brexit on the EU-28


Grafiek