Frank Maet
Senior Macro Economist @Belfius
10 juli 2025
Frank Maet
Senior Macro Economist @Belfius
Oef. De belangrijkste handelspartners van de VS krijgen iets meer tijd van president Trump om tot een deal met de Amerikaanse regering te komen. De president ontketende begin april een wereldwijde handelsoorlog toen hij torenhoge importheffingen aankondigde op vrijwel alle goederen die de VS invoert. Enkele dagen later – na een heel negatieve reactie van de financiële markten – kwam hij met een pauze van drie maanden, die afliep op 9 juli. Tijdens die periode was een basistarief van 10 procent geldig en kon er worden onderhandeld met de VS. Die besprekingen hebben weinig opgeleverd. Er is een deal beklonken met het VK en Vietnam, maar met de meeste handelspartners waaronder de EU en Japan werd weinig vooruitgang geboekt.
Net voor het aflopen van de 9 juli deadline, kondigde Trump in een reeks brieven naar regeringsleiders (geen tweets deze keer) het uitstel aan. Japan en Zuid-Korea waren als eerste aan de beurt en krijgen tot 1 augustus om te vermijden dat de tarieven op hun uitvoer naar Amerika worden verhoogd naar 25 procent. Later volgden gelijkaardige brieven naar een reeks kleinere landen zoals Laos, Maleisië en Zuid-Afrika. De EU daarentegen heeft nog geen brief ontvangen en volgens sommige EU-bronnen (*) verwacht ze die ook niet. Op het ogenblik van dit schrijven (09/07/25) bericht de Financial Times (**) dat de EU dicht bij een voorlopig akkoord staat met de VS over een basistarief van 10 procent – een status quo dus. Over de Europese sectoren waar nu een hoger tarief geldt (zoals auto’s en staal) zal de komende tijd verder worden onderhandeld tot een definitief handelsakkoord wordt gevonden. Het bereiken van een dergelijk akkoord zou wellicht langer duren dan enkele weken en dus de datum van 1 augustus overschrijden.
Toch dringt het besef door dat er geen garanties zijn tijdens onderhandelingen met president Trump. Amper één dag na het versturen van zijn brieven naar Japan en Zuid-Korea sprak de Amerikaanse president opnieuw stoere taal. Hij kondigde een taks aan van 50 procent op de invoer van koper en dreigde met een invoertarief van 200 procent op farmaceutische producten. Het uitstel tot 1 augustus heeft de verhoging van de Amerikaanse invoertarieven dus tijdelijk uitgesteld, maar de economische onzekerheid voor bedrijven en consumenten, zowel binnen als buiten de VS, blijft zeer hoog.
Die onzekerheid weegt steeds meer op de economische groei in de VS Bedrijfsplannen om te investeren blijven in de koelkast steken en de Amerikaanse consumenten worden steeds voorzichtiger. Ze vrezen – terecht – dat de dure invoertaksen later dit jaar voor hogere inflatie zullen zorgen. Op de arbeidsmarkt begint de situatie stilaan te wegen op de creatie van banen. Belfius Strategic Research verwacht dat de bbp-groei in 2025 vertraagt naar 1,5 procent in de VS, in vergelijking met een groei van 2,8 procent vorig jaar. Daarbij houden we rekening met de Big Beautiful Bill, die voorziet in investeringen, belastingverlagingen en een reeks bezuinigingen op sociale uitgaven. De wet, die nipt werd goedgekeurd, geeft slechts een bescheiden impuls aan de groei maar zorgt de komende tien jaar wel voor een forse stijging van de Amerikaanse staatsschuld.
Aan deze kant van de Atlantische Oceaan deed ook de Duitse regering haar begrotingsplannen voor de komende jaren uit de doeken. Duitsland wil per jaar 120 miljard euro (meer dan 3 procent van het bbp) investeren in infrastructuur en gaat de uitgaven voor defensie dit jaar optrekken naar 2,4 procent van het bbp en naar 3 procent tegen 2027. De regering trekt ook bijna 50 miljard euro uit om investeringen door Duitse bedrijven fiscaal aantrekkelijker te maken. Als de plannen worden goedgekeurd, zullen die wel een duidelijk positieve impact hebben op de groei, mogelijk zelfs al dit jaar.
De opsteker is welkom voor de Duitse economie waar de industrie al geruime tijd met een recessie kampt. De tarievenoorlog van 2025 is een nieuw obstakel voor de Duitse bedrijven die veel exporteren naar de VS en de rest van de wereld. De broodnodige investeringen in infrastructuur (in sectoren zoals openbaar vervoer en digitalisering) en op langere termijn in defensie, zullen de economische groei een boost geven. Ook in de buurlanden, zoals Frankrijk, Italië en België – waar er veel minder budgettaire ruimte is om forse investeringen te doen – zullen bedrijven mee kunnen profiteren van het Duitse groeiherstel.
Op korte termijn krijgt de Europese economie echter nog te maken met economische tegenwind. In het eerste kwartaal steeg de Europese uitvoer aanzienlijk omdat bedrijven hun export naar de VS versnelden om de hogere tarieven van Trump voor te zijn. Dat effect is nu grotendeels uitgespeeld en zal de economische groei minder gaan ondersteunen. Ook de Europese consumenten zijn door de handelsoorlog voorzichtiger geworden en houden de vinger op de knip.
De huidige vertraging van de economische activiteit in het eurogebied is een argument voor de ECB om haar beleid van monetaire versoepeling voort te zetten. De inflatie is in de eerste helft van dit jaar gedaald van 2,5 procent naar 2 procent wat de ECB in staat stelde om in de rente te knippen. Een verdere daling van de inflatie lijkt onwaarschijnlijk, waardoor de ruimte voor extra renteverlagingen beperkt is. Zonder grote schokken zit de ECB aan of nabij het einde van haar versoepelingscyclus.
Bronnen
Dit document, opgesteld en verspreid door Belfius Bank, weerspiegelt de visie van Belfius Bank op de financiële markten. Het bevat geen gepersonaliseerd beleggingsadvies of -aanbevelingen, noch onafhankelijk onderzoek op beleggingsgebied. De vermelde cijfers geven de situatie op een bepaald moment weer en kunnen veranderen.
Aarzel niet om contact op te nemen met uw financieel adviseur voor persoonlijk beleggingsadvies, die samen met u de mogelijke gevolgen zal onderzoeken die deze visie kan hebben voor uw individuele beleggingsportefeuille.
Resultaten uit het verleden, gesimuleerde resultaten uit het verleden of prognoses van toekomstige resultaten van een financieel instrument, een financiële index of een beleggingsdienst vormen geen betrouwbare indicatoren voor toekomstige resultaten.
Brutoresultaten kunnen beïnvloed worden door provisies, vergoedingen en andere lasten.
Prestaties uitgedrukt in een andere munt dan die van het land van verblijf van de belegger zijn onderhevig aan wisselkoersschommelingen, met een negatieve of positieve impact op de resultaten. Indien dit document verwijst naar een specifieke fiscale behandeling, dan is deze informatie afhankelijk van de individuele situatie van elke belegger en kan deze onderhevig zijn aan wijzigingen.