Europees klimaatactieplan goedgekeurd: zal de consument verliezen?

12 mei 2023

Annelore Van Hecke
Senior Macro Economist @Belfius


Véronique Goossens
Chief Economist @Belfius

Deel deze pagina:  
  • De kost van CO2 zal sterk stijgen voor bedrijven: emissierechten worden duurder door de jaarlijkse daling van het aanbod en door de afbouw van gratis uitstootrechten.
  • Een koolstoftaks aan de grens moet ervoor zorgen dat bedrijven concurrentieel blijven met niet-Europese sectorgenoten die geen CO2-kosten dragen.
  • Gezinnen zullen moeten betalen voor koolstofuitstoot bij transport en bij de verwarming van hun woonhuizen.

Na bijna twee jaar onderhandelen is het zover. Eind april gaven het Europees parlement en de Raad finaal hun goedkeuring aan de nieuwe Europese klimaatwetgeving. De nieuwe regelgeving, die de naam "Fit for 55" draagt, moet de Europese koolstofuitstoot tegen 2030 met 55 procent verminderen ten opzichte van het referentiejaar 1990. De doelstelling is noodzakelijk maar ambitieus. Bedrijven en gezinnen zullen zware inspanningen moeten leveren om de omslag te maken naar een groene economie.


De nieuwe klimaatwetgeving voorziet allereerst een aanpassing en uitbreiding van het ETS (Emissions Trading System)-systeem waarbij CO2-uitstootrechten verhandeld worden. Door een prijs aan te rekenen voor vervuilende CO2-emissies worden bedrijven ertoe aangezet om op zoek te gaan naar energiebesparingen en duurzamere technologieën. Volgens de nieuwe regelgeving zal het aantal beschikbare uitstootrechten op de markt nog sneller verminderen, wat de prijs van CO2 verder de hoogte in zal jagen (zie grafiek). De afgelopen jaren steeg de prijs sterk. Momenteel schommelt hij rond de 90 euro per ton CO2-uitstoot. Volgens de scenario’s van de Europese centrale bank kan de prijs verder oplopen tot 300 dollar per ton CO2 uitstoot tegen 20301. Deze hoge prijzen moeten zorgen voor een vermindering van de uitstoot met 62% (t.o.v. 2005) in de sectoren die onder het ETS-systeem vallen.


Onder de nieuwe regelgeving zal het huidige ETS-systeem, dat momenteel van toepassing is op de zware industrie en de elektriciteitssector, ook uitgebreid worden naar andere sectoren. Tegen 2026 zullen ook de luchtvaart en de scheepvaart volledig onder het emissiehandelssysteem vallen.


De gevoeligheid van bedrijven voor de hogere CO2-kosten zal tenslotte ook sterk toenemen door de afbouw van de gratis toegekende emissierechten. In de industrie zijn de uitstootrechten gedeeltelijk gratis zodat bedrijven kunnen blijven concurreren met niet-Europese sectorgenoten die geen CO2-kosten dragen. De uitfasering van de gratis toegekende CO2-rechten vanaf 2026 is nauw verbonden met de invoering van een koolstoftaks aan de Europese grens in datzelfde jaar.


De koolstoftaks, ook CBAM genoemd (Carbon Border Adjustment Mechanism), gaat in oktober dit jaar van start. Maar voorlopig gaat het enkel om een verplichting om de zogenaamde CO2-inhoud2 van ingevoerde producten te monitoren, rapporteren en verifiëren. Pas over drie jaar, in 2026, zal er geleidelijk aan een steeds hogere koolstoftaks geheven worden op de invoer van ijzer, staal, cement, meststoffen, elektriciteit en waterstof. Tegen 2034 komt het systeem op kruissnelheid. In dat jaar worden er dan ook geen gratis uitstootrechten meer uitgedeeld aan Europese bedrijven in de sectoren die onder het CBAM vallen.


Een grote tekortkoming van het systeem van koolstoftarifering aan de Europese grens is dat dit enkel een gelijk speelveld creëert voor bedrijven met een afzetmarkt binnen de Europese unie. Bij levering van producten buiten Europa zullen Europese bedrijven nog steeds een ernstig concurrentienadeel ondervinden ten opzichte van bijvoorbeeld Amerikaanse of Chinese bedrijven. Ook onze exportgerichte Belgische industrie kan hieronder lijden.


Niet alleen bedrijven worden getroffen door de nieuwe klimaatwetgeving. Ook gezinnen moeten deze keer een inspanning leveren, wat het "Fit for 55"-plan erg controversieel maakt. Concreet wordt er vanaf 2027 een tweede handelssysteem opgezet voor koolstofuitstoot die vrijkomt bij wegtransport en bij de verwarming van gebouwen. Brandstofleveranciers moeten dan betalen voor CO2-emissies en zullen de extra kost doorrekenen in de prijs van benzine, diesel, stookolie en aardgas.

Dat betekent dat ieder van ons de prijs van de klimaattransitie rechtstreeks in zijn of haar portemonnee zal voelen. Mede dankzij de energiecrisis beginnen meer en meer gezinnen zich voor te bereiden op de groene transitie. Zo bleek uit cijfers van de Beroepsvereniging van het Krediet (BVK) dat er in het eerste kwartaal van dit jaar 45 procent meer groene leningen afgesloten werden dan in dezelfde periode in 2022. Maar niet alle gezinnen kunnen zich de dure investering in zonnepanelen of een warmtepomp of de aankoop van een elektrische wagen veroorloven.


Twee maatregelen moeten de kostenverhoging voor de consument verzachten. Enerzijds hanteert men tot 2030 een prijsplafond van 45 euro per ton CO2, waardoor de prijs van koolstofvervuiling in dit ETS 2-systeem in het begin slechts de helft zal bedragen van de huidige prijs onder het ETS 1- systeem (zie grafiek). Anderzijds worden de opbrengsten van de nieuwe koolstofmarkt in een sociaal klimaatfonds gestopt dat steun zal verlenen aan de kwetsbaarste gezinnen en moet helpen bij de financiering van investeringen in duurzame verwarming en schonere mobiliteit. Een koolstoftaks is immers een regressieve belasting, wat betekent dat vooral armere huishoudens getroffen worden. Het aandeel van energie in de totale consumptie van armere gezinnen is hoger dan dat van rijkere huishoudens3. Het klimaatfonds beschikt over een bedrag van 86,7 miljard euro. De vraag blijft of dit voldoende is om energie-armoede bij kwetsbare gezinnen tegen te gaan.


Hoge klimaatambities zijn noodzakelijk om de opwarming van de aarde, extreme weersomstandigheden en natuurrampen tegen te gaan. Maar het realiseren van de zeer ambitieuze doelstellingen gaat niet vanzelf. De impact op onze economie zal groot zijn. Hogere energie- en brandstofprijzen tasten de koopkracht van huishoudens en de winstgevendheid van bedrijven aan.


Aan de andere kant doen investeringen in hernieuwbare energie de economie ook draaien. De omschakeling naar duurzame technologieën en renovaties zorgen voor bijkomende jobs en economische groei. Europa hoopt dat onze bedrijven pioniers worden op het gebied van groene technologieën, waardoor we deze kunnen exporteren naar de rest van de wereld. Goed voor een hogere Europese groei én een lagere CO2-uitstoot wereldwijd.



MMI graph 1 - w19-1


Dit document, opgesteld en verspreid door Belfius Bank, geeft de visie van Belfius Bank op de financiële markten weer. Het bevat geen gepersonaliseerd beleggingsadvies of -aanbevelingen, noch onafhankelijk onderzoek op beleggingsgebied. Als u gepersonaliseerd beleggingsadvies wil, kan u daarvoor terecht bij uw financieel adviseur. Hij bekijkt graag met u welke gevolgen deze visie mogelijk heeft voor uw persoonlijke beleggingsportefeuille. De vermelde cijfers zijn een momentopname en onderhevig aan wijzigingen.


1 Bron: ECB, "Macro-financial scenarios for the 2022 SSM Climate Risk Stress Test".

2 Dit is de uitstoot die gepaard gaat met het produceren van de goederen.

3 Bron: Begrotingsinstrumenten om de klimaatverandering in te perken – Een Belgisch perspectief, Economisch tijdschrift NBB, December 2021.

Deel deze pagina: