De wereldeconomie klaart op

12 april 2024

Deel deze pagina:  

Frank Maet
Senior Macro Economist @Belfius


Véronique Goossens
Chief Economist @Belfius

Steeds meer zijn er groene scheuten te zien van een globaal economisch herstel. De afgelopen maanden verbeterde de exportgroei in Duitsland en China, nadat eerder al de uitvoer in de andere Aziatische groeilanden flink was aangetrokken.

Bovendien tonen de bedrijfsenquêtes1 dat de mondiale industrie na enkele magere jaren het weer beter doet, alhoewel de Europese industrie qua activiteit nog steeds achterop hinkt in vergelijking met de VS en China.


Chinese industrie profiteert van aantrekkende vraag in opkomende markten

In maart klom de sentimentindex1 in de industrie voor het eerst in zes maanden boven het neutrale niveau van 50 punten. Dat betekent dat de activiteit opnieuw aantrekt bij zowel kleine als grote bedrijven in China. De heropleving komt er dankzij nieuwe bestellingen uit India en andere opkomende markten in de rest van de wereld.

De vraag in de dienstensector trok verder aan: de Chinese consumenten zijn minder pessimistisch geworden en gaven meer uit aan reizen en restaurantbezoeken1. Ook de bouw zag de activiteit toenemen, dankzij de fiscale steun van de overheid op het vlak van infrastructuurwerken1.

De beter dan verwachte cijfers zullen de economische groei tijdens het eerste kwartaal opkrikken. Toch blijft Strategic Research sceptisch over een aanhoudende heropleving van de Chinese economie in de komende kwartalen. Zonder de regelmatige cashinjecties van de overheid kan het economisch herstel nog niet op eigen benen staan. Daarvoor blijft het consumentenvertrouwen nog steeds te zwak. Door de hoge jeugdwerkloosheid en de dalende huizenprijzen laten de Chinese gezinnen het geld niet rollen en gaan ze integendeel meer sparen. 


VS: industrie knoopt na lange tijd weer aan met groei

De Amerikaanse consumenten tappen uit een ander vaatje: de bestedingen door de gezinnen eind vorig jaar werden nog eens opwaarts herzien1 en zijn nog steeds de belangrijkste motor van de groei. In de eerste maanden van 2024 werden weliswaar minder spullen gekocht, maar de huishoudens in de VS gaven in de plaats meer uit aan diensten. Het consumentenvertrouwen verbeterde in maart door de aanhoudend sterke vraag op de arbeidsmarkt en de stevige koerswinsten die Wall Street vorig jaar boekte.

Ook de bedrijfsleiders in de Amerikaanse industrie zien de toekomst duidelijk met meer vertrouwen tegemoet. De invloedrijke ISM (Institute for Supply Management)-index staat voor het eerst sinds september 2022 weer op een niveau dat wijst op een groei van de activiteit in de fabrieken1. Ook andere enquêtes en een klim van de bestellingen door de bedrijven in februari wijzen op het begin van een industriële expansie na jarenlange stagnatie.

Deze resultaten zijn veelbelovend voor de vooruitzichten op het vlak van de bedrijfsinvesteringen. In het laatste kwartaal van 2023 stegen de bedrijfswinsten (vóór belastingen) met 7,3 procent op jaarbasis1. De verwachting is dat de hogere winsten in combinatie met aankomende renteverlagingen de bedrijfsinvesteringen en de bbp-groei vanaf midden 2024 sterker gaan ondersteunen.


De Duitse economie blijft nog even op de pechstrook

De opklaring van de conjunctuur in de rest van de wereld is goed nieuws voor de eurozone. Een verdere klim van de mondiale handel en industrie zal de Europese uitvoer, die in 2023 een slechte beurt maakte, dit jaar ondersteunen.

Dat zal nodig zijn, want binnen de eurozone blijft de economische vraag teleurstellen. De Europese consumenten houden de vinger op de knip. De detailhandelsverkoopcijfers daalden in februari met 0,5 procent, nadat ze al stagneerden de maand ervoor1. In de periode na de COVID-19-epidemie wordt er gemiddeld meer gespaard in de eurozone – met name in Frankrijk en Duitsland – dan in het decennium ervoor.

Net als in de VS en China was er in maart een stijging te zien van het ondernemersvertrouwen. De samengestelde index voor alle bedrijfssectoren klom naar 50,3, wat erop wijst dat er na negen maanden krimp opnieuw voorzichtig optimisme is1. Daarbij zijn er wel aanzienlijke verschillen te zien tussen de landen onderling. De verbetering van het bedrijfssentiment in maart komt vooral op rekening van Italië en Spanje, terwijl de bedrijfsactiviteit in Duitsland en Frankrijk blijft afnemen.

De economische cijfers van januari en februari doen vermoeden dat het bbp voor het zesde opeenvolgende kwartaal stagneerde begin 2024. Voor de rest van het jaar verwachten we, geholpen door het herstel van de wereldvraag, een bescheiden groei van het bbp, maar voor een forse heropleving is het te vroeg. In de twee grootste economieën van de eurozone, Duitsland en Frankrijk, blijft de industrie worstelen met recessie en stagneren de uitgaven door de gezinnen. Heel wat nationale regeringen in het euro-blok hebben bovendien aangegeven dat ze het begrotingsbeleid willen aanscherpen vanaf dit jaar.

Voor 2024 verwachten we door de magere binnenlandse vraag nog steeds een bijna-nul-groei in Duitsland (+0,1 procent), terwijl de bbp-groei voor Frankrijk zal vertragen van 0,9 procent naar 0,6 procent dit jaar. Ook in Italië daalt de groei naar 0,6 procent. Voorlopig blijft de conjunctuur in de eurozone verlopen tegen twee snelheden. Voor Spanje en België voorzien we dit jaar een economische groei van 1,4 procent2.


Zachtere inflatiecijfers zetten de deur open voor een renteknip in juni

Na hoger dan verwachte inflatiecijfers in januari, tonen de recentste inflatierapporten aan beide kanten van de Atlantische Oceaan een afkoeling van de inflatie. Daarmee wordt weer aangeknoopt met de dalende trend die te zien was sinds september vorig jaar. In de eurozone daalde de algemene inflatie naar 2,4 procent en dook de kerninflatie voor het eerst in twee jaar tijd onder de grens van 3 procent1.

De commentaren van ECB-voorzitster Lagarde na afloop van de rentevergadering in maart en de daling van de inflatiedruk wijzen volgens ons in de richting van een eerste renteverlaging (met 0,25 procent) tijdens de monetaire vergadering van begin juni1.

Eén week na de rentevergadering van de ECB komen ook in Washington de monetaire beleidsmakers samen om te beslissen over het rentebeleid. Door de aanhoudend sterke groei van de Amerikaanse economie en de lage werkloosheid heeft de Federal Reserve geen haast om de rente te verlagen. De beleidsrente bleef in maart ongewijzigd en ook de vergadering van begin mei is te vroeg om te knippen in de rente. We denken wel dat een verlaging op de bijeenkomst van 12 juni mogelijk is. De eerstvolgende rentevergadering vindt plaats in het midden van de zomer, wanneer er minder activiteit is op de financiële markten, doorgaans geen tijdstip waarop de centrale bank verkiest het rentebeleid om te gooien. Daarna komen de monetaire vergaderingen te dicht in de buurt van de Amerikaanse presidentsverkiezingen om te rekenen op renteverlagingen. De deur staat in juni op een kier en waarschijnlijk zal de Fed daarvan gebruikmaken om zijn beleid te versoepelen.

Bron:
1LSEG Datastream
2Strategic Research


Dit document, opgesteld en verspreid door Belfius Bank, geeft de visie van Belfius Bank op de financiële markten weer. Het bevat geen gepersonaliseerd beleggingsadvies of -aanbevelingen, noch onafhankelijk onderzoek op beleggingsgebied. Als u gepersonaliseerd beleggingsadvies wil, kan u daarvoor terecht bij uw financieel adviseur. Hij bekijkt graag met u welke gevolgen deze visie mogelijk heeft voor uw persoonlijke beleggingsportefeuille. De vermelde cijfers zijn een momentopname en onderhevig aan wijzigingen.

Deel deze pagina: