Daling van kortetermijnrente: voor het tweede semester?

9 februari 2024

Frank Maet
Senior Macro Economist @Belfius


Véronique Goossens
Chief Economist @Belfius

Deel deze pagina:  

Voorzichtig positieve signalen voor de wereldhandel

De wereldhandel heeft een barslecht jaar achter de rug, maar lijkt de laatste maanden weer recht te krabbelen. De uitvoer van exportlanden zoals Zuid-Korea, Taiwan en China is recent gestegen, een positief signaal voor de globale handel in goederen. Ook het industriële bedrijfsvertrouwen is in januari verbeterd alhoewel er nog een lange weg te gaan is – vooral in de eurozone – vooraleer de maakindustrie opnieuw een positieve groei kan voorleggen.

Bovendien blijft de situatie in de Rode Zee op korte termijn een risicofactor. Met financiële steun van Iran voeren de Houthi-rebellen in Jemen nog steeds aanvallen uit op vrachtschepen die via het Suez kanaal willen passeren. Hierdoor moeten olietankers en containerschepen een grote omweg maken, wat voor langere levertijden zorgt en de transportkosten de hoogte heeft ingejaagd. In vergelijking met een jaar geleden is de kost om een container te verschepen van China naar Europa met meer dan 60 procent toegenomen. Maar een herhaling van het scenario van 2021-2022 lijkt niet in de maak. Toen legde de pandemie de wereldhandel plat, wat het begin was van een wereldwijde opstoot van de inflatie. De stijging van de transportkosten is nu veel minder sterk dan toen. Ook is er deze keer geen noemenswaardig effect op de energieprijzen te zien. De olie- en gasprijzen blijven laag in vergelijking met de voorbije jaren. Toch houden investeerders de situatie in de gaten. Een uitbreiding van het conflict in Jemen of Gaza naar andere landen in de regio zou de olieprijs wel fors de hoogte in kunnen sturen.


Chinese economische groei zal verder afkalven

In China blikken de politieke leiders tevreden terug op 2023. De economische groei kwam uit op 5,2 procent en daarmee werd de officiële groeidoelstelling van 5 procent gehaald met nog wat overschot. Maar die groei was voor een stuk kunstmatig. Begin vorig jaar kreeg de Chinese economie een éénmalige opstoot door het opheffen van de Covid-beperkingen. Toen de groei naar het einde van 2023 toe dreigde af te koelen, kwam de regering op de proppen met fiscale steun. Beijing zal naar verwachting in maart voor 2024 opnieuw een economische groeidoelstelling van 5% vastleggen. We vrezen dat die niet zal bereikt worden en verwachten voor China een BBP-groei van 4,5 procent dit jaar.

Op structureel vlak blijft de Chinese economie worstelen met een reeks uitdagingen. De crisis in de vastgoedsector begint binnenkort aan zijn vierde jaar met dalende huizenprijzen en lagere woningverkopen. Samen met de toenemende werkloosheid zet dat een domper op het vertrouwen en de uitgaven van de gezinnen. Ook deflatie blijft een zorg. De voorbije jaren is in China een overschot aan productiecapaciteit ontstaan door de afnemende vraag naar goederen in de V.S. en Europa. Dat doet de prijzen op producentenniveau fors dalen, wat doorsijpelt naar de consumenteninflatie. Door de dalende prijzen dreigen de huishoudens hun uitgaven verder uit te stellen, waardoor een herstel van de Chinese vraag niet in de maak is.


Banengroei in de V.S. blijft verrassend sterk

In de V.S. daarentegen lijkt er geen rem te staan op de consumentenvraag. Die was ook in het vierde trimester van 2023 de belangrijkste motor van de Amerikaanse economie. Het BBP nam in het laatste kwartaal sterker toe dan verwacht met 3,3 procent op jaarbasis. Ook 2024 ging van start met beter dan verwachte economische cijfers. Het bedrijfsvertrouwen in de Amerikaanse industrie is toegenomen en in december en januari was er een versnelling van de jobcreatie op de arbeidsmarkt. Op twee maanden tijd kwamen er 680,000 banen bij. We verwachten dat dit tempo de komende maanden weer zal afkoelen. De bedrijfsleiders in de dienstensector gaven in januari aan dat ze minder mensen gaan aanwerven. Ook de overheidsuitgaven die in 2023 nog een grote bijdrage leverden aan de groei, zullen dit jaar meer bescheiden zijn. Het tekort op de begroting is vorig jaar opgelopen tot 6,5% van het BBP en dat beperkt de budgettaire ruimte.

De sterke vraag die we de afgelopen maanden zagen in de V.S. heeft ook een nadeel. Die doet de inflatie weer wat oplopen. De consumentenprijzen stegen in december aan een tempo van 3,4 procent, terwijl de inflatie in juni van 2023 slechts 3 procent bedroeg. Ook de looninflatie is de voorbije maanden weer toegenomen naar 4,5 procent.

In die omstandigheden wil de Federal Reserve geen haast maken met renteverlagingen. Dat was de boodschap die Jerome Powell, de voorzitter van de centrale bank gaf in zijn interview op de zender CBS. De verwachtingen van de financiële markten over het monetaire beleid zijn dan ook bijgesteld. De termijncontracten op de geldmarkt mikken niet langer op een eerste renteverlaging in maart, maar op een renteknip in mei. Ook dat lijkt ons nog te voortvarend. We verwachten dat de Amerikaanse centrale bank haar beleidsrente pas in de zomer zal laten zakken.


Geen renteverlaging vòòr juli

In de eurozone kwam de ECB de voorbije weken met een gelijkaardige boodschap: het is te vroeg om in maart al de beleidsrente te verlagen want de strijd tegen de inflatie in de eurozone is nog niet voorbij. De algemene inflatie daalde wel naar 2,8 procent in januari, dankzij lagere prijzen voor energie en goederen, maar de inflatie in de dienstensector bleef hangen op 4 procent. Tot nu toe is ook geen afname te zien van de loondruk in de eurozone, noch in de officiële cijfers, noch in de bedrijfsenquêtes van januari. We verwachten dat de prijzendruk in de dienstenbedrijven nog een tijd te hoog zal blijven voor de ECB en verwachten geen renteverlaging vòòr juli.

Het blijft ook wachten op duidelijke tekenen van een heropleving van de vraag in de eurozone. In het vierde kwartaal van vorig jaar is de economie van de eurozone nauwelijks gegroeid, met slechts een stijging van 0,03%. Dit was net genoeg om een recessie te voorkomen na de negatieve groei in het derde kwartaal. In termen van BBP is de economie van de eurozone sinds het derde kwartaal van 2022 amper gegroeid (zie grafiek). Vooral Duitsland heeft het moeilijk met een industriële recessie, terwijl Spanje in 2023 een lichtpuntje vormde door een toename van het toerisme, sterke banengroei en fors lagere inflatie.

In januari daalde de Duitse Ifo Business Climate Index, wat suggereert dat Duitsland het jaar opnieuw is begonnen in recessiemodus. De economie zal naar verwachting opnieuw krimpen in het eerste kwartaal van 2024 als gevolg van een strakker monetair beleid en extra tegenwind van een strakker fiscaal beleid. Door de zwakke start in de grootste economie van de eurozone, hebben we onze groeivoorspelling voor de eurozone in 2024 neerwaarts bijgesteld naar 0,8 procent.

GDP level

Bron: Belfius Research


Dit document, opgesteld en verspreid door Belfius Bank, geeft de visie van Belfius Bank op de financiële markten weer. Het bevat geen gepersonaliseerd beleggingsadvies of -aanbevelingen, noch onafhankelijk onderzoek op beleggingsgebied. Als u gepersonaliseerd beleggingsadvies wil, kan u daarvoor terecht bij uw financieel adviseur. Hij bekijkt graag met u welke gevolgen deze visie mogelijk heeft voor uw persoonlijke beleggingsportefeuille. De vermelde cijfers zijn een momentopname en onderhevig aan wijzigingen.

Deel deze pagina: