Raakt u wel eens bedolven onder de aanvragen van klanten? Wanneer de werkdruk hoog wordt, lijkt samenwerken met andere zelfstandigen vaak de oplossing om uw contracten na te komen. Velen verkiezen onderaanneming en medeaanneming als formules voor tijdelijke opdrachten. Welke kiest u best? U kan natuurlijk ook een specifieke vennootschap oprichten zoals een maatschap of een bv (besloten vennootschap).

We bekijken de opties van naderbij en gaan na welke juridische procedures en maatschappelijke gevolgen daaruit voortvloeien.


U kiest voor onderaanneming


Als een klant (opdrachtgever of bouwmeester) een beroep doet op een hoofdaannemer om een bepaald contract uit te voeren, blijft die als enige aansprakelijk voor het project. Ook al zijn er onderaannemers. De hoofdaannemer is in principe aansprakelijk voor de onderaannemers, die op hun beurt aansprakelijk zijn voor hun eigen onderaannemers (enzovoort). De hoofdaannemer is "het hoofd" die de onderaannemers beheert, op basis van een piramidaal systeem. Dat wil zeggen dat die rechtstreeks verantwoording aflegt aan de klant-opdrachtgever.

Toch staat in een artikel van het Burgerlijk Wetboek dat de opdrachtgever (de klant) rechtstreeks kan optreden tegen een onderaannemer bij problemen of tekortkomingen van die laatste, en omgekeerd.

Voor een onderaanneming bestaat er geen specifiek fiscaal systeem. Iedereen heeft een eigen statuut en fiscaal stelsel. Iedereen is aangesloten volgens een eigen individueel sociaal statuut.


Uw voorkeur gaat uit naar medeaanneming


Medeaanneming verwijst naar zelfstandigen die aan eenzelfde project samenwerken zonder een vennootschap te vormen. De klant krijgt te maken met verschillende gesprekspartners, krijgt verschillende bestekken en facturen, maar het beheer en de coördinatie van het werk wordt vereenvoudigd.

In een systeem van medeaanneming dat al dan niet geformaliseerd wordt door de oprichting van een maatschap, blijft elke vennoot aansprakelijk voor zijn eigen onderneming. Zo blijft elke onderneming (als natuurlijke persoon of rechtspersoon) individueel en behoudt zij haar eigen sociaal en fiscaal statuut. De inkomsten van die organisatie of van de horizontale structuur worden verdeeld volgens de akkoorden die afgesloten zijn in de statuten van de maatschap of in de samenwerkingsovereenkomst.

Een samenwerking, ja... maar met welke rechtsvorm?


Een maatschap


Een maatschap past perfect bij de situatie van medeaanneming. Het kan gaan om een project van lange duur of om een project met een welbepaalde duur (tijdelijke vereniging).

De "interne" maatschap koopt en beheert de gemeenschappelijke goederen en middelen (personeel, kantoorruimte, benodigdheden, uitrusting enz.) waarbij elke begunstigde zijn aandeel betaalt volgens een analytische verdeling. De klant is niet op de hoogte van de interne vennootschap. Belangrijk is dat die te maken krijgt met één contactpersoon.

Een maatschap is de enige vennootschapsvorm zonder rechtspersoonlijkheid. De aansprakelijkheid van de vennoten of de leidinggevenden is onbeperkt. Vroeger werd dat een vennootschap naar gemeenrecht (vgr) genoemd.


Een besloten vennootschap (bv)


Medeaannemers moeten gebruikmaken van een bv als zij beperkte aansprakelijkheid willen hebben. De hervorming van het Wetboek Vennootschappen heeft ervoor gezorgd dat de bv (de vroegere bvba) zowel de voordelen biedt van een bvba als die van een cvba.

Aangezien voor een bv geen minimumkapitaal meer vereist is, is het perfect mogelijk om heel flexibel voor verschillende categorieën van inbreng te zorgen voor gemeenschappelijke projecten.

Daarom is die vennootschapsvorm het ideale instrument voor professionele projecten tussen verschillende personen die besluiten om hun krachten te bundelen. En om zo hun economische activiteiten uit te bouwen.


Een coöperatieve vennootschap (cv)


Een cv is een vennootschapsvorm die coöperanten met een gemeenschappelijk doel samenbrengt en een eigen rechtspersoonlijkheid heeft.

Volgens het Wetboek Vennootschappen en Verenigingen is het belangrijkste doel van een coöperatieve vennootschap te voldoen aan de behoeften van de coöperanten en/of deel te nemen aan de ontwikkeling van de economische en/of maatschappelijke activiteiten. De statuten moeten uitdrukkelijk de coöperatieve finaliteit vermelden en de waarden van de vennootschap omschrijven.

Gemeenschappelijke activiteiten zonder een reële coöperatieve finaliteit, die worden uitgevoerd in de vorm van een cv, zijn dus niet mogelijk.

 
 

Meer info


Wilt u begeleiding bij de de uitbouw van uw onderneming? Aarzel niet om contact op te nemen met uw Business Banking-specialist, die helpt u graag verder.