Waarom het niet volstaat om je laatste wil op papier te zetten
Toen André op 78-jarige leeftijd overleed, ging iedereen ervan uit dat hij geen testament had opgemaakt. De man was weduwnaar, had geen kinderen, en stond bekend als een rustige, eerder gesloten man. Zijn broer en nicht, de enige nog levende familieleden, kregen al snel het bericht dat zij volgens het wettelijk erfrecht zijn erfgenamen waren. De notaris startte de aangifte van nalatenschap op, op basis van de wettelijke devolutie.
Maar enkele maanden later kwam er plots een onverwachte wending. Tijdens het leegmaken van André’s appartement vond de nicht een sleutel… die bleek te passen op een kleine kluis ergens thuis verborgen. En daar, tussen oude spaarboekjes en enkele persoonlijke brieven, lag een handgeschreven testament.
Tot ieders verbazing had André zijn volledige vermogen nagelaten aan zijn goede vriendin en buurvrouw, Clara. Hij bedankte haar in het testament uitvoerig voor de jarenlange zorg, vriendschap en steun. Geen spoor van broer of nicht in de tekst. Het document was volledig met de hand geschreven, gedateerd en ondertekend — dus juridisch wél geldig. Maar niemand wist van het bestaan af, en het was nooit geregistreerd in het Centraal Register van Testamenten.
Een geldig testament, maar pas te laat ontdekt
Wat volgde, was een complexe administratieve nasleep. De erfrechtelijke situatie moest herbekeken worden, de eerdere aangifte van nalatenschap moest herroepen en vervangen worden, en Clara – die eigenlijk erfgename was – moest het testament juridisch laten erkennen via een notaris. De Vlaamse Belastingdienst (VLABEL) stond intussen al op de stoep met een aanslag op basis van de eerste aangifte. Correcties waren mogelijk, maar de bewijslast lag nu bij de nieuwe erfgename.
Het verhaal van André is jammer genoeg geen uitzondering. Een handgeschreven testament – ook wel een eigenhandig testament genoemd – is volledig legaal, zolang het door de erflater zelf geschreven, gedateerd en ondertekend is. Maar: het moet ook gevonden worden om enig effect te hebben. En net daar wringt vaak het schoentje.
Wettelijk vs. testamentair: wat is het verschil?
Zonder testament bepaalt het wettelijk erfrecht wie erft: eerst de kinderen (of, als die er niet zijn, ouders, broers, zussen, neven, nichten…), met bescherming voor de langstlevende echtgenoot of wettelijk samenwonende partner. In het geval van André zouden broer en nicht dus erven – tenzij een testament een andere verdeling voorziet.
Een testamentaire devolutie wijkt af van het wettelijk schema. Dat kan, zolang de erflater zich houdt aan de regels van het reservatair erfdeel (bijvoorbeeld de bescherming van kinderen of echtgenoot, indien van toepassing). In André’s geval mocht hij vrij beschikken over zijn vermogen, aangezien er geen reservataire erfgenamen waren.
Maar: een testament dat niemand vindt, doet juridisch niets. Het wettelijk erfrecht treedt automatisch in werking bij overlijden, tenzij er op tijd een geldig én gekend testament wordt ingebracht.
Hoe voorkom je dit soort situaties?
Er zijn verschillende manieren om te zorgen dat je testament niet verloren gaat of vergeten wordt:
-
1. Werk via een notaris
Een testament dat je opmaakt via een notaris – een notarieel testament – wordt automatisch geregistreerd in het Centraal Register van Testamenten (CRT). Bij elk overlijden wordt dit register systematisch geconsulteerd door de notaris die de nalatenschap behandelt. Het risico dat je testament ‘vergeten’ wordt, is dan zo goed als onbestaande. Het kost je wel een paar honderd euro’s.
-
2. Laat ook een eigenhandig testament registreren
Ook een eigenhandig testament kan worden aangegeven bij een notaris, die het opneemt in het CRT. Het testament blijft dan in jouw bezit of wordt bewaard bij de notaris, maar het bestaan ervan is wel geregistreerd. Bij overlijden weet men dan dat er iets is om naar te kijken. In het CRT wordt dus niet het testament zelf bewaard, maar wel de gegevens met betrekking tot de identiteit van de testator, de datum van het testament en de bewaarplaats ervan. Deze optie zal je tussen de 50 en 100 euro’s kosten.
-
3. Vermeld het bestaan ervan aan een vertrouwenspersoon
Wil je liever geen notaris inschakelen? Dan is het absoluut cruciaal dat iemand op de hoogte is van het bestaan én de bewaarplaats van je testament. Dat hoeft geen erfgenaam te zijn; een vertrouwenspersoon volstaat. Zonder die kennis bestaat het risico dat je laatste wil gewoon verdwijnt tussen andere papieren.
-
4. Vermijd kluizen zonder communicatie
Een kluis lijkt veilig – maar is dat enkel als iemand weet wat erin zit, en er toegang tot heeft. Een testament in een afgesloten kluis zonder gedeelde info, is juridisch gezien even nutteloos als een verdwenen testament.
Conclusie:
Je testament is het sluitstuk van je vermogensplanning. Het is jouw stem na je overlijden. Maar die stem moet wel gehoord kunnen worden. Zorg er dus voor dat jouw testament niet alleen rechtsgeldig is, maar ook terug te vinden en erkend. Zo vermijd je dat je nabestaanden geconfronteerd worden met onzekerheid, dubbele aangiftes of onbedoelde fiscale gevolgen.
De informatie in dit document houdt geen advies in over financiële planning met betrekking tot uw persoonlijke situatie. Dit document bevat juridische en/of fiscale informatie, gebaseerd op de wetgeving en de rechtspraak van kracht op het ogenblik van de redactie ervan. Eventuele nieuwe wetgeving of rechtspraak van na de redactiedatum van het document is hier niet in opgenomen