3 augustus 2022

Nicolas Deltour

Nicolas Deltour
Head of Investment Strategy

6 of 7 maanden geleden behoorden de obligatiemarkten nog tot de minst aantrekkelijke activaklassen.

Zeer lage – voor de Duitse staatsobligaties zelfs negatieve – nominale rentevoeten, gecombineerd met een galopperende inflatie, maakten de vooruitzichten voor het reële rendement (d.w.z. zonder inflatie) bijzonder deprimerend.

Bovendien werd verwacht dat de centrale banken hun belangrijkste rentetarieven zouden verhogen om de inflatie te bestrijden, in de hoop de economie en dus de prijzen af te remmen.

Verwacht werd dat de lange rente zou stijgen in het vooruitzicht van die inflatiecijfers en de daaruit voortvloeiende reacties. Daar waren de meeste economen het over eens. En dat is ook wat er gebeurd is. Met spectaculaire gevolgen.


Een korting met twee cijfers


Destijds – en tot enkele weken geleden – werden obligaties dus niet aanbevolen. En terecht, als je bedenkt dat wanneer de rente stijgt, de obligatiekoersen dalen.

In cijfers? De Deutsche Bund (staatsobligatie) op 10 jaar, de referentie op ons continent, verloor tussen 1 januari en 30 juni meer dan 15% aan waarde. Slechter dan het verlies op de meeste aandelenmarkten over dezelfde periode. In de eerste helft van 2022 was wat sommigen als een veilige haven beschouwden, niet langer een vluchtwaarde.


Een bijna mechanische leesbaarheid


Deze neerwaartse beweging, hoe spectaculair ook, heeft ten minste één voordeel. Vandaag is de obligatieklasse na jaren afwezigheid weer belegbaar en weer terug te vinden in de portefeuilles. En op voorwaarde dat men gelooft in het vermogen van landen als België, Frankrijk of de Verenigde Staten om hun schulden terug te betalen, kan de belegger mikken op een rendement van ongeveer 1,5% in euro of zelfs 3% in dollar, als hij belegt in bepaalde staatsobligaties van hoge kwaliteit. Voor bedrijfsobligaties , zelfs van de hoogste kwaliteit, zijn die percentages nog hoger. Zolang men de looptijd van het effect bekijkt, is de leesbaarheid van het rendement van obligaties, in tegenstelling tot aandelen, bijna mechanisch: één coupon, één duration, één rendement.


Het voordeel van muntspreiding


Nog goed nieuws voor de obligatiebelegger: de rentecurves buiten de eurozone zijn over het algemeen hoger.

Een goed doordachte spreiding over de andere grote internationale valuta's maakt het dus mogelijk te streven naar hogere rendementen en tegelijk de vaak al overheersende blootstelling aan onze Europese munt te verminderen. Geografische diversificatie van de emittenten (idealiter wereldwijd) maakt het ook mogelijk rekening te houden met de zo bijzondere geopolitieke context in Europa. Blootstelling aan schuldpapier van groeilanden kan in sommige gevallen ook zinvol zijn.


Hoed u voor te veel belovende coupons


De marktomgeving blijft volatiel en riskant. Laat u dus niet te snel verleiden door emittenten die hoge risicopremies bieden. Een premie wordt nooit zonder reden aangeboden.

Daarom geven wij de voorkeur aan zogenoemde "kwaliteitsemittenten". Qua rating betekent dit ten minste "BBB". We blijven weg van "high yield" (ratings lager dan BBB).

In dezelfde geest zijn we dankzij middellange looptijden (4 tot 6 jaar) minder gevoelig voor eventuele tussentijdse schommelingen in de rendementscurve en bieden ze een beter zicht op de fameuze terugbetalingscapaciteiten. Het lijkt ons nog te vroeg om obligaties met een lange looptijd te kopen.

Ten slotte blijft diversificatie van de emittenten een must, zeker in deze woelige tijden.


Obligatiebeleggingen, voorheen paria's, maken al enkele weken dus een comeback in de portefeuilles.

En niet om het even hoe. Niet voor om het even wie. De mogelijkheden zijn legio. U bespreekt ze best met uw adviseur.



Dit document werd opgesteld en wordt verspreid door Belfius Bank. Het weerspiegelt de visie van Belfius Bank op de financiële markten. Het bevat geen individueel beleggingsadvies, noch een beleggingsaanbeveling of onafhankelijke research op het vlak van beleggingen. Bent u op zoek naar persoonlijk beleggingsadvies, dan kan u zich altijd wenden tot uw financieel adviseur, die graag samen met u de eventuele gevolgen van die visie op uw persoonlijke beleggingsportefeuille zal nagaan. De aangehaalde cijfers zijn momentopnames en kunnen dus evolueren.