Tweede helft van 2024 wordt het beter

15 december 2023

Véronique Goossens
Chief Economist @Belfius

Deel deze pagina:  
  • 2024 wordt een jaar van beperkte economische groei.
  • De inflatie blijft zakken, wat de centrale bankiers doet versoepelen.
  • De rentes blijven hoger dan in het verleden.
  • Heel wat onzekerheden moeten ons waakzaam houden.


Energiecrisis?

De invasie in Oekraïne ontketende een nooit geziene stijging van de gasprijzen. Ze ploften weer naar beneden dankzij grote Europese gasvoorraden, een uitzonderlijk zachte winter en een scherpe terugval van de vraag naar gas vanuit de industrie. Intussen zijn de gasvoorraden opnieuw tot de nok gevuld, tot op recordhoogte zelfs. De markten zijn er de jongste weken gerust in dat we voldoende gas zullen hebben en verwachten lagere gasprijzen in de jaren die voor ons liggen. Die prijzen zijn hoger dan in het verleden. Voor de pandemie genoot Europa tien jaar lang van lage gasprijzen tussen 15 en 20 euro. Vandaag fluctueert die rond 35 euro. Dat is een vervelende vaststelling voor de energie-intensieve industrie, die het moeilijker krijgt om te concurreren. Chemische bedrijven bijvoorbeeld, maar ook de staalindustrie. Vandaag worden fabrieken nog steeds tijdelijk gesloten in Europa. Ook omdat de vraag in Europa zelf onder druk staat. We verwachten dat die pas in de tweede jaarhelft van 2024 kan hernemen nadat de ECB zijn beleidsrente heeft verlaagd.

De oorlog in het Midden-Oosten ontketende kortstondig een sprong in de olieprijzen, maar al gauw leken de markten in te schatten dat het Israëlisch-Palestijns conflict geen escalatie zou teweeg brengen in de regio. De futures van de Brent olie zijn zuidwaarts gericht, met prijsverwachtingen die lager liggen dan een maand geleden. Over de komende twee jaar zou 70 tot 75 dollar per vat betaald worden. Over de jongste 20 jaar was dit gemiddeld 74 dollar. We houden er rekening mee dat de markten wat te optimistisch zijn.

De huidige evolutie is alvast erg gunstig voor de inflatie. Deze blijft dalen, evenals de kerninflatie, zowel in de VS als in de eurozone.


Lagarde: "We did not, did not discuss rate cuts at all."

In de twee handelsblokken ontstond al een hele tijd geleden de discussie in de markten over wanneer de ECB en de Federal Reserve hun beleidsrente zouden beginnen verlagen. Met andere woorden, tegen wanneer zouden de centrale bankiers de inflatie onder controle brengen en wanneer zouden ze aldus de teugels kunnen vieren?

De jongste beleidsvergaderingen hielden geen grote verrassingen in. Afgelopen donderdag besliste de ECB om haar belangrijkste rentetarieven ongemoeid te laten. Over het komende rente-pad liet ze niet in haar kaarten kijken. "Een renteverlaging werd zelfs niet besproken tijdens de beleidsvergadering," gaf voorzitter Christine Lagarde aan tijdens haar speech, ondanks een iets gunstiger inflatieparcours tijdens de komende jaren – volgens de nieuwe prognoses van de ECB. Lagarde onderlijnde dat de onderliggende prijsdruk door de hogere lonen voorlopig niet naar beneden komt. "En het tweede element zijn de winstmarges. Prijzen van heel wat diensten worden in het begin van het jaar aangepast. We zullen zien in hoeverre de bedrijven hun prijzen opnieuw opdrijven begin 2024," zei Lagarde.

Een dag eerder besliste de Federal Reserve om haar beleidsrente op 5,25-5,50% te houden. En hoger zal ze niet gaan om de inflatie verder af te remmen, was te verstaan uit de verklaringen achteraf. Uit haar documenten blijkt ook dat de meerderheid van de Fed-directeurs meent dat de beleidsrente volgend jaar 75 basispunten (0,75%) lager moet. De markten zijn een pak optimistischer daarover. Ze denken dat de Fed relatief snel en met grote sprongen zal versoepelen. Tegen de zomer reeds met 0,75 procent en tegen het jaareinde van 2024 met zowat 1,5%. Die inschatting van de markten lijkt ons overdreven. De inflatie is immers nog steeds aan de hoge kant in de VS en zolang de looneisen niet meer afkoelen zal de kerninflatie de beleidsvoerders behoedzaam houden.


De VS economie krijgt zand in de wielen

De Verenigde Staten hebben dit jaar een wonderlijk economisch parcours gereden. Kwartaal na kwartaal werd een beter groeicijfer bekendgemaakt dan verwacht. Dat was opmerkelijk omdat de Federal Reserve toen reeds een jaar bezig was met het strengste rentebeleid sinds de jaren ’80.

Tijdens de zomerperiode groeide de economie nog met meer dan 5 procent ten opzichte van het kwartaal voordien. We verwachten dat het jaareinde heel wat minder dynamisch is.

Dat zien we bijvoorbeeld aan de bedrijfsinvesteringen. Die vallen terug omdat de Amerikaanse steunmaatregelen van de Chips Act uitwerken. The American Chips Act heeft als ambitie de Amerikaanse toevoerketen beter te beschermen door chips te produceren op eigen bodem. Dankzij de subsidies hebben bedrijven volop geïnvesteerd in materiaal, intellectuele rechten en gebouwen. Maar de hogere rentes wegen nu duidelijk op de appetijt om nieuwe leningen aan te gaan. Ook omdat de winstgevendheid van Amerikaanse bedrijven in 2023 onder druk staat na twee betere jaren.

De hogere rente weegt ook op de huizenverkopen bij de Amerikanen. De prijzen zijn weer naar normale niveaus teruggekeerd, nadat ze tijdens de pandemie een aanzienlijke stijging lieten zien. Ook in de VS ontstond een ware rush op ruimere woningen tijdens Covid. We menen dat het komende zachtere rentebeleid van de FED optimisme zal brengen in de economie, waardoor de huizenmarkt weer kan hernemen in de loop van volgend jaar.

Net zoals in de eurozone is het sentiment in de industrie nog steeds gedeprimeerd. De consument geeft momenteel meer geld uit aan diensten. Aan een carwash bijvoorbeeld of een dagje vakantie. De dienstensector is goed voor zowat driekwart van het Amerikaanse bbp. Dat verklaart dus mee waarom de economie dit jaar zo goed boerde. De consument heeft evenwel het grootste gedeelte van zijn extra sparen tijdens Covid intussen uitgegeven. We verwachten dus dat de consument wat minder vrijgevig wordt.

Voor dit jaar verwachten we nog een economische groei van 2,4 procent, in 2024 valt deze terug naar 1,1 procent.


De eurozone zit nu al in de hoek waar de klappen vallen

In de eurozone loopt alles een pak trager. De consument geeft weinig geld uit. De industrie krimpt. En ook de dienstensectoren zien het sinds het voorjaar grimmiger. Positief is wel dat alle vertrouwensindicatoren beginnen uit te bodemen. We menen dat ze tegen de zomer weer kunnen wijzen op groei.

Met een werkloosheidsgraad van 6,5 procent blijft de arbeidsmarkt historisch sterk presteren in de eurozone. Maar als we de dalende intenties bij bedrijven zien om werknemers aan boord te nemen en de daling van het aantal vacante betrekkingen, dan kunnen we niet anders besluiten dan dat de werkloosheid de komende maanden wat zal oplopen. De arbeidsmarkt zal hoe dan ook krap blijven.

Dankzij de dalende inflatie en de aanhoudend hogere looneisen verbetert de koopkracht weer van de Europeaan. Dat zal de winkelverkopen weer uit hun dal halen in 2024.

Met de Europese huizenmarkt is het intussen niet zo best gesteld. Het ECB-beleid van hogere rentes werkt zwaar door op de vraag in de woningmarkt. We verwachten ons aan verdere correcties in de huizenprijzen. Het is immers flink duurder geworden om te lenen, waardoor de vraag naar hypothecaire kredieten zienderogen verzwakt. Dat zorgde voor huizenprijsdalingen in de eurozone, in Duitsland zelfs met 10 procent. In België verwachten we voor 2023 en 2024 een totale huizenprijsdaling van 2 procent. Erg bescheiden, omdat de Belgische woningen tijdens de Covid-periode minder snel duur werden dan in andere landen.

We menen dat de Europese economie nog maanden nodig heeft om terug aan te knopen met overtuigende groei. Toch wordt 2024 beter dan 2023, met 0,9% bbp-groei ten opzichte van 0,5% groei dit jaar.


China heeft het lastig om andere redenen

China is een geval apart. Z’n centrale bank stimuleert de economie in plaats van ze af te remmen. Na z’n zero-Covid-beleid was het voor China duidelijk moeilijk om zijn oude dynamiek terug te vinden. Het land kampt met een vastgoedcrisis, zorgen over de schulden van de lokale besturen en een tegenvallende wereldvraag. De economische groei zal dit jaar nog afklokken rond 5 procent, maar volgend jaar wat lichter uitvallen.

Dit document, opgesteld en verspreid door Belfius Bank, geeft de visie van Belfius Bank op de financiële markten weer. Het bevat geen gepersonaliseerd beleggingsadvies of -aanbevelingen, noch onafhankelijk onderzoek op beleggingsgebied. Als u gepersonaliseerd beleggingsadvies wil, kan u daarvoor terecht bij uw financieel adviseur. Hij bekijkt graag met u welke gevolgen deze visie mogelijk heeft voor uw persoonlijke beleggingsportefeuille. De vermelde cijfers zijn een momentopname en onderhevig aan wijzigingen.

Deel deze pagina: