Begrotingscijfers verder in het rood

15 juli 2021

Annelore Van Hecke
Senior Macro Economist @Belfius


Véronique Goossens
Chief Economist @Belfius

Deel deze pagina:  
  • Het Monitoringcomité rapporteert opnieuw een verslechtering van de begroting.
  • De Studiecommissie voor de Vergrijzing schat de kost van oplopende pensioenen en gezondheidszorguitgaven opnieuw hoger in.
  • Een pensioenhervorming en een hogere werkzaamheidsgraad zijn noodzakelijk om de vergrijzingskosten te drukken.
  • Ook de regionale overheden worstelen met begrotingsproblemen.

Het slechte nieuws over de begrotingstoestand van ons land blijft maar komen. Dinsdag bracht het Monitoringcomité, dit is een groep topambtenaren die de begroting opvolgen, het nieuws dat we dit jaar nog eens 788 miljoen dieper in het rood zakken dan eerder geraamd. De verslechtering is vooral te wijten aan bijkomende Covid-maatregelen, die hopelijk enkel dit jaar nog wegen op de begroting. Wat erger is, is dat we volgens de ramingen ook de komende jaren blijven zitten met een tekort van meer dan 20 miljard euro, of zo’n 4 tot 5 procent van het BBP. Die jaarlijkse budgettaire ontsporing doet onze overheidsschuld – ondanks de lage rente – steeds verder oplopen tot 122% van het BBP in 2026.

Ze is niet alleen een gevolg van de Covid-crisis, die zorgde voor lagere ontvangsten om de lopende uitgaven te dekken. De budgettaire toestand van ons land was vóór Covid-19 al niet rooskleurig. Daarbovenop beginnen ook de vergrijzingskosten aardig aan te tikken, zoals nogmaals bleek uit het verslag van de Studiecommissie voor de Vergrijzing vorige week. Ook daar enkel kommer en kwel. De kosten worden opnieuw hoger ingeschat, een gevolg van de verhoging van de minimumpensioenen en de pensioenen voor zelfstandigen door de federale regering. Tegen 2050 zullen de pensioenen, de uitgaven in de gezondheidszorg en anderen sociale uitgaven elk jaar zo’n 26 miljard extra kosten t.o.v. 2019. Maar vooral de komende jaren gaat het snel, met een bijkomende kost van 15 miljard tegen 2026.

Alle ogen zijn dan ook gericht op de pensioenhervorming die minister van pensioenen Carine Lalieux in september op tafel zal leggen. De reactie van de minister op het rapport van de Vergrijzingscommissie doet het ergste vermoeden voor de begroting. Ze minimaliseert de kosten en stelt dat langer leven en waardige pensioenen een succes zijn. Nochtans is een pensioenhervorming nodig om de kosten te reduceren. Het effect hiervan kan groot zijn. Dit zien we in onderstaande grafiek, die een overzicht geeft van de ramingen van de vergrijzingskosten in de jaarlijkse verslagen van de vergrijzingscommissie over de afgelopen 20 jaar.

Jaar na jaar blijven de uitgavenramingen stijgen. Enkel in 2015 zien we een scherpe daling door de pensioenhervorming van de regering-Michel. De toelatingsvoorwaarden voor het vervroegd pensioen werden toen verstrengd en de wettelijke pensioenleeftijd verhoogd naar 66 jaar in 2025 en 67 jaar in 2030.

De huidige regering hoopt de vergrijzing betaalbaar te houden door meer mensen aan het werk te brengen en de groei te stimuleren. Maar we zagen nog geen concrete arbeidsmarktmaatregelen om de werkzaamheidsgraad te verhogen. Bovendien houdt de Studiecommissie voor de Vergrijzing in haar projecties nu al rekening met een stijging van de werkgelegenheidsgraad van 68,9% tot 75,4% over de projectiehorizon 2019-2070, en met een relatief hoge economische groei in de toekomst. Inzetten op groei en werkgelegenheid is dus noodzakelijk om de rekening niet nóg hoger te laten oplopen.

Bron: eigen berekeningen op basis van de rapporten van de SCvV van 2002 tot 2021



Tot slot kennen ook de regionale overheden grote begrotingsproblemen, ondanks het feit dat zij nauwelijks vergrijzingskosten dragen. De SERV (Sociaal-Economische Raad van Vlaanderen) luidde vorige week de alarmbel over de Vlaamse begroting. Zonder bijkomende saneringsinspanningen blijft het tekort de komende jaren hangen op 3 miljard en zal de Vlaamse schuldgraad verdubbelen tegen 2024, wanneer ze bijna 100% van de jaarlijkse Vlaamse inkomsten zal bedragen. De extra uitgaven in de zorg en het onderwijs, evenals de relanceplannen wegen op de begroting. De Vlaamse ontvangsten, vooral federale dotaties, nemen bovendien slechts matig toe met de economische heropleving.

In Franstalige België maakte minister van begroting Frédéric Daerden van de Franstalige gemeenschap begin deze maand duidelijk dat de situatie onhoudbaar is. Ook hier zal het tekort de komende jaren niet verbeteren en stevent men af op een verdubbeling van de schuldgraad tegen het einde van de legislatuur. Het Waals gewest en Brussel staan er niet veel beter voor, met een schuldgraad die vorig jaar respectievelijk 190% en 180% van hun jaarlijkse ontvangsten bedroeg.

 


Ontdek de Belfius Convictions

Deel deze pagina: