De financiële markten lijken zich niet al te veel zorgen te maken over het Amerikaanse handelsbeleid. Begrijpelijk want straffe aankondigingen werden een aantal dagen later tijdelijk uitgesteld of afgezwakt. Al kunnen de zenuwen opnieuw oplopen nu de deadline van 9 juli, het einde van de pauze voor de ‘wederkerige tarieven’, dichterbij komt.
De Amerikaanse beursindex S&P 500 staat opnieuw boven 6.000 punten, het hoogste niveau sinds begin maart 2025. Ook de Europese beursindices hebben in die periode mooie vooruitgang geboekt. De renteverschillen tussen bedrijfs- en overheidsobligaties zijn teruggelopen en de maatstaven die marktstress meten, zitten opnieuw rond hun langetermijngemiddelden.1
Beleggers lijken minder gevoelig te worden voor de ups en downs van het Amerikaanse beleid en focussen op het bedrijfsnieuws en de macro-economische cijfers.
Trumps handelsbeleid zal Amerikaanse inflatie stuwen
De invoerrechten zullen hoe dan ook nooit volledig worden teruggedraaid. Capital Economics verwacht uiteindelijk een universeel tarief van 10% voor alle handelspartners en wellicht 40% op alle invoer uit China.2 Er bestaat een kans dat de pauze verlengd zal worden. Het sluiten van handelsakkoorden nam in het verleden meestal jaren in beslag, geen maanden. En ook de deal met het VK is nog niet gefinaliseerd.
De tarieven voor Amerikaanse inflatieswaps geven aan dat beleggers rekening houden met een mogelijk hogere inflatie. De tweejaars inflatieswapkoers wijst op een gemiddelde inflatie van iets minder dan 3% voor de komende twee jaar.1 Hoger dan de 2%-doelstelling van de centrale bank en dit ondanks de daling van de olieprijzen de afgelopen maanden. Ook andere mogelijke bronnen van inflatie, zoals loongroei, koelen de laatste maanden af, waardoor de invoerrechten de belangrijkste oorzaak zijn van de toegenomen inflatieverwachtingen.
De hogere inflatiecijfers als gevolg van de invoerrechten zouden wel leiden tot slechts een tijdelijke opstoot van de inflatie. Dat tonen toch de inflatieswaps die de toekomstige inflatie voorspellen. Binnen een jaar zou volgens die maatstaf de inflatie opnieuw rond 2,3% schommelen.1
Belfius Research is iets voorzichtiger en denkt dat het wel eens langer kan duren voor de Amerikaanse inflatie opnieuw richting doelstelling evolueert. Ze gaan uit van een gemiddelde inflatie van 3,4% in 2025 en 3% in 2026. Dat betekent ook dat de Amerikaanse centrale bank de beleidsrente niet fors kan verlagen. Belfius Research gaat uit van nog één rentedaling met 0,25%.
Wat betekent dit voor de Amerikaanse beurs?
Beleggers gaan momenteel ervan uit dat de economie de tariefstorm doorstaat. Positief nieuws van het handelsbeleid zal dan ook niet zoveel invloed meer hebben op de beursontwikkelingen. Een hernieuwd enthousiasme voor AI kan wel opnieuw een katalysator zijn. Net zoals de beter dan verwachte data over de consumptie in de VS. Joe Sixpack blijft uiteindelijk de motor van de Amerikaanse economie en beurs.
Europese inflatie kan nog verder dalen
De Europese Centrale Bank (ECB) verlaagde op 5 juni 2025 de officiële kortetermijnrente met 0,25% tot 2%. Door de lagere energieprijzen en de sterke euro werden de inflatievooruitzichten neerwaarts bijgesteld. De duurdere euro maakt ingevoerde producten goedkoper.
De ECB verwacht een gemiddelde inflatie van 2% dit jaar die in 2026 verder afkoelt richting 1,6%. Na een sterk begin van het jaar, o.a. door extra bestellingen uit de VS in afwachting van de invoerrechten, zal de groei in de tweede jaarhelft wellicht vertragen. Een extra renteverlaging door de ECB in september is dus zeker niet uitgesloten.
En wat betekent dit voor de Europese beurs?
De lagere beleidsrente geeft extra zuurstof aan bedrijven met schulden op korte termijn. De lagere energieprijzen zijn eveneens een opsteker. De dure euro maakt de ingevoerde goederen goedkoper, maar is een handicap voor de Europese exporteurs. Het groeiherstel blijft fragiel. De ECB versoepelt het beleid niet uit luxe...
Door het Amerikaanse beleid is Europa als investeringslocatie aantrekkelijker geworden. Veel institutionele beleggers trekken het gewicht aan Europese aandelen in hun beleggingsportefeuilles geleidelijk op. Dat blijkt uit de data die de ‘inflows’ meten in Europese aandelenfondsen en trackers.
De beurswaarderingen liggen op het gemiddelde van de afgelopen 25 jaar en zijn goedkoper dan de Amerikaanse.1 De historisch goedkopere waardering voor Europese aandelen kan verklaard worden door onze achterstand in AI, de lage productiviteitsgroei, de afname van de beroepsbevolking...
De strategie van Belfius
Na het recente herstel op de beurzen kunnen de schommelingen in de zomermaanden opnieuw wat toenemen. De onzekerheden blijven. Vergeten we niet dat Trumps begrotings- en belastingwet, naast de invoerrechten, nog de nodige verrassingen met zich kan meebrengen.
De voorspelbaarheid van de markten blijft beperkt. Daarom zet Belfius in op een zo goed mogelijk gespreide portefeuille die past bij het beleggersprofiel van onze klanten. Op dit moment lijken Europese aandelen iets aantrekkelijker en herpakt de technologiesector zich enigszins. Diversifiëring blijft de hoofdpijler van de strategie van Belfius.