De consument heeft iets minder vertrouwen, maar wel meer koopkracht

De Belgische consument werd in oktober iets minder pessimistisch dan in september maar ziet toch de economische toekomst met minder vertrouwen tegemoet dan voor de zomer. Dat blijkt uit de maandelijkse bevraging die de NBB doet bij een steekproef van 1850 huishoudens. De index van het consumentenvertrouwen herstelde voorzichtig in oktober naar -8 van -11 in september. Een cijfer boven nul wijst op een positieve houding onder consumenten, onder nul op een negatieve inschatting van de situatie. De klim in oktober komt na twee maanden waarin het sentiment verslechterde maar is niet genoeg om de daling tussen mei en september van dit jaar goed te maken.(zie grafiek )


Ongetwijfeld speelt de verslechtering van de internationale conjunctuur een rol in de minder rooskleurige kijk op de toekomst. De aanslepende handelsoorlog tussen China en de V.S. en het nieuws dat de groei in Duitsland is stilgevallen eisten reeds hun tol op het bedrijfsvertrouwen. Het industriële pessimisme lijkt over te slaan naar de ruimere economie. Ook de moeizame vooruitgang van het brexit dossier kwam uitvoerig aan bod in de media en zette een domper op het sentiment in de economie.


Ondanks de afkalving van het consumentenvertrouwen, bleven de uitgaven door de gezinnen de belangrijkste groeipijler van de Belgische economie tijdens de eerste helft van 2019. De dynamiek op de arbeidsmarkt was sterk genoeg om de nationale werkloosheidsgraad in juni naar een laagterecord van 5,3% te duwen. Het lijkt echter weinig realistisch om in de huidige context nog te hopen op een verdere daling van de werkloosheid. De krimp van de Duitse industrie in 2019 en de recente daling van de Belgische cijfers op het vlak van import en export doen vermoeden dat de bedrijven bij ons iets voorzichtiger zullen worden op het vlak van hun aanwervingen.


De ondersteunende rol van de arbeidsmarkt voor de consumentenuitgaven zal in 2020 grotendeels vervangen worden door een verbetering van de koopkracht. De lagere inflatie en de laatste fase van de taks shift hebben dit jaar al gezorgd voor een sterkere reële groei van de gezinsinkomens dan in 2018. M.a.w. er kan meer gekocht worden met hetzelfde geld. We verwachten een verdere afkoeling van de inflatie in 2020 naar 1,2% wat moet helpen om de private consumptie, die goed is voor meer dan de helft van het totale BBP, op peil te houden.

Deze informatie (en de eventuele bijgaande documenten) is louter bedoeld ter algemene informatie en vormt in geen geval een aanbod betreffende financiële, bank-, verzekerings- of andere producten en diensten, noch een beleggingsadvies.

Deel deze pagina: