In het huidige klimaat van lage rente worden gestructureerde obligaties vaak naar voor geschoven als alternatief voor obligatiebeleggers. Maar hoe werken die eigenlijk, vraagt Bart M. uit Tienen.
Een korte opfrissing: gestructureerde obligaties zijn producten die volledige of gedeeltelijke kapitaalbescherming bieden. Hun rendement is gelinkt aan de evolutie van bijvoorbeeld een aandelenindex.
Concreet?
Als u 100 euro belegt in een gestructureerde obligatie, verdeelt de uitgever van het product uw geld over 2 afzonderlijke beleggingen:
- 1. een obligatie die u op de eindvervaldag het beginkapitaal terugbetaalt
- 2. ‘opties’ om bijvoorbeeld te profiteren van de stijging van een beursindex
Hoeveel van uw 100 euro in het obligatieluik belegd wordt, hangt af van:
- de looptijd van de gestructureerde belegging
- de rentevoet op dat moment: hoe lager de rente, hoe meer er wordt belegd in obligaties (die het kapitaal beschermen) en hoe minder er overblijft om te beleggen in opties
Een voorbeeld: wil u na 10 jaar 100 euro ontvangen, dan moet u 82 euro beleggen als de rente 2% bedraagt en u ze kapitaliseert. Er is dan 18 euro over om in opties te beleggen. Bedraagt de rente 0,5%, dan moet uw kapitaalinleg 95 euro bedragen om na 10 jaar 100 euro te krijgen. Met de huidige lage rentestand blijft er dus weinig geld over voor de aankoop van opties, die het rendement realiseren via de onderliggende waarde (bijvoorbeeld een beursindex...).
Tip
Wil u een hoger potentieel rendement? Dan kan het interessant zijn voor een kapitaalbescherming van 95, 90 of 80% te opteren. Zo komt er meer ruimte vrij om in opties te beleggen.
Tussentijdse schommelingen
Let op: de kapitaalbescherming geldt enkel op de eindvervaldag. Gedurende de looptijd van de gestructureerde obligatie kan de waarde lager liggen dan de startbelegging door veranderende marktomstandigheden.
- Zo zal de waarde van het obligatieluik schommelen in functie van de rente-evolutie. Bij een stijgende rente zal de waarde tussentijds verminderen en omgekeerd.
- Ook de waarde van de optie zal evolueren in functie van:
- de prestatie van bijvoorbeeld de onderliggende beurs
- de volatiliteit (de schommelingen) van die onderliggende beurs
- de resterende looptijd tot de vervaldag